In Namibië begeeft Nowaks fiets het. Noodgedwongen gaat hij te paard verder, een compromis dat hem altijd bleef achtervolgen.

Nu, bijna een eeuw later, stappen Titus, Tom en Jeroen zelf op de fiets om dit ontbrekende stuk door Namibië en Angola af te leggen. Zo maken ze de cirkel rond, voor Nowak.

De Route.

 

In oktober 2025 vliegen Titus, Tom en Jeroen naar Windhoek, de hoofdstad van Namibië. Van daaruit reizen ze naar Gumuchab: een afgelegen boerderij in de woestijn, en de plek waar Kazimierz Nowak in de jaren 30 zijn fiets moest achterlaten. Zijn frame brak er onherstelbaar maar hij overnachtte er wel, bij geëmigreerde Polen, zo blijkt uit zijn brieven.

Van daaruit trekken Titus, Tom en Jeroen noordwaarts, zo’n 2000 kilometer lang, dwars door Namibië en Angola. Ze komen langs het mysterieuze Otjikoto-meer — in de volksmond “het meer van de zes vrouwen” — 145 meter diep en ooit een verborgen karstgrot. Daarna fietsen ze door de moerassen van Etosha, vandaag een nationaal park, en verder door de regio Ovambo, richting de grens met Angola.

In Angola verkennen ze het gebied van de Kwanyama, trekken naar Ondjiva (de administratieve hoofdstad van Cunene), en eindigen hun tocht in Huambo — vroeger bekend als Nieuw-Lissabon. Daar, in de schaduw van het koloniale verleden, kroop Nowak opnieuw op de fiets.